Читать «Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения» онлайн - страница 5
Сергей Павлик
Op de hoek van de straat staat een man met een hond naast hem. Een andere man komt voorbij, bekijkt de hond en vraagt: „Bijt uw hond?”
„Nee,” zegt de man.
De ander streelt de hond en wordt in zijn hand gebeten.
Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt, zegt hij kwaad: „Ik dacht dat jij gezegd had dat je hond niet zou bijten!”
„Dat klopt”, zegt de eerste man, „Maar dit is mijn hond niet”.
Dieven
(Воры)
Een gevangene ontdekt (заключенный обнаруживает) dat er van hem (что у него) een reep chocola (плитка шоколада) is gestolen (украдена;
Een gevangene ontdekt dat er van hem een reep chocola is gestolen. Op hoge poten gaat hij naar de directeur. „U mag wel uitkijken meneer,” zegt hij, „er zitten dieven hier!”
Nog even
(Еще немного)
Er wordt een oud vrouwtje uit een brandend huis gehaald (пожилую даму выносят из горящего дома;
De vrouw antwoordt (женщина отвечает): „Dan moeten wij terug (тогда нам нужно назад = обратно) want die liggen nog binnen (потому что они лежат еще внутри = в доме).
Er wordt een oud vrouwtje uit een brandend huis gehaald. Zegt de brandweer: „Nog even op uw tanden bijten”.
De vrouw antwoordt: „Dan moeten we terug want die liggen nog binnen”.
Koffers pakken
(Паковать чемоданы)
Een man wint de loterij (один мужчина выигрывает в лотерею) en komt verheugd thuis (и приходит веселый домой;
De vrouw: „Oh… mijn zomer– of winterkleren (мои летние или зимние вещи: «платья»)?”
„Maakt me niet uit (мне все равно: «мне ничего не составляет»)”, zegt de man (говорит муж). „Wegwezen (уматывай;
Een man wint de loterij en komt verheugd thuis. „Vrouw, ik heb de loterij gewonnen, pak je koffers!” zegt hij blij.
De vrouw: „Oh, mijn zomer– of winterkleren?”
„Maakt me niet uit”, zegt de man. „Wegwezen!”
Goede stofzuiger
(Хороший пылесос)
Er komt een vertegenwoordiger in stofzuigers langs (заходит представитель по продаже пылесосов;