Читать «Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения» онлайн - страница 3
Сергей Павлик
„Inderdaad mijnheer”, antwoordt de loketbediende (в самом деле /это так/, господин, отвечает служащий в окошке;
„Mooi zo”, zegt hij (вот и прекрасно: «прекрасно так», говорит он;
Een man gaat een postkantoor binnen. Hij wil een telegram versturen. „De naam is toch gratis he?” vraagt hij.
„Inderdaad, mijnheer”, antwoordt de loketbediende.
„Mooi zo”, zegt hij, „dan wil ik enkel mijn naam op het telegram zetten. Ik heet Ben Gisteravondgoedaangekomen”.
Weer naar huis
(Обратно домой)
Jan komt te laat de klas binnen (Ян входит очень поздно в класс), de meester zegt (учитель говорит): „Zeg wat heb jij vandaag voor een smoes (скажи, какая у тебя сегодня отговорка)?”
„Nou”, zegt Jan, „het was zo glad buiten (ну, на улице: «снаружи» было так скользко) dat als je een stap naar voren deed (что когда ты делал шаг вперед;
„Hoe ben je dan naar school gekomen (как же ты тогда пришел в школу)?”
Jan: „Nou, ik ben gewoon naar huis gaan lopen (ну, я просто побежал: «пошел бежать» домой;
Jan komt te laat de klas binnen, de meester zegt: „Zeg wat heb jij vandaag voor een smoes?”
„Nou”, zegt Jan, „het was zo glad buiten dat als je een stap naar voren deed, je weer twee stappen naar achteren gleed”.
„Hoe ben je dan naar school gekomen?”
Jan: „Nou, ik ben gewoon naar huis gaan lopen”.
Labrador
(Лабрадор)
Een jager leest (один охотник читает) een advertentie in de krant (объявление в газете): unieke jachthond te koop (продается уникальная охотничья собака;
„Ja”, zegt de verkoper (да, говорит продавец). „maar deze hond is echt uniek (но эта собака по-настоящему уникальна;
De verkoper haalt zijn geweer (продавец достает свое ружье) en de twee lopen met de hond naar het meer toe (и двое идут с собакой к озеру: