Читать «Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения» онлайн - страница 55
Сергей Павлик
– Je hoeft niet bang te zijn (тебе не надо бояться;
– Ik ken het, – zegt het jongetje (я знаю это, говорит мальчишка), – maar ik weet niet of die hond het ook kent (но я не знаю, знает ли собака это тоже;
Een jongetje schrikt van een blaffende hond. De eigenaar van de hond stelt hem gerust:
– Je hoeft niet bang te zijn. Je kent toch wel het spreekwoord: blaffende honden bijten niet.
– Ik ken het, – zegt het jongetje, – maar ik weet niet of die hond het ook kent.
Gevaren van alcohol
(Опасности алкоголя)
De leraar wilde de klas de gevolgen van alcohol laten zien (учитель хотел классу последствия алкоголя дать увидеть = показать). Hij zette twee glazen op tafel (он поставил два стакана на стол;
– Wat leert deze proef ons (чему учит нас этот эксперимент)? – vroeg de leraar (спросил учитель;
Jantje wist het antwoord (Янтье знал ответ;
– Als je alcohol drinkt (если пьешь алкоголь), krijg je nooit last van wormen (/не/ получишь ты никогда неприятностей от червей = никогда не будешь иметь неприятностей от глистов;
De leraar wilde de klas de gevolgen van alcohol laten zien. Hij zette twee glazen op tafel: één met gewoon water en één met vijf procent alcohol. In beide glazen gooide hij een worm. De worm in het glas water bleef vrolijk spartelen, die in het glas alcohol bleek na korte tijd dood.
– Wat leert deze proef ons? – vroeg de leraar.
Jantje wist het antwoord:
– Als je alcohol drinkt, krijg je nooit last van wormen!
1
2
3
4
5
6
7
8